Het principe van de kanjertraining bestaat uit het bewust worden van vier manieren van reageren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van petten:
Wit met zwart: op een rustige en prettige manier stoer doen, durft leiding te nemen, is krachtig, durft eigen mening te geven, durft voor zichzelf en anderen op te komen.
Wit met rood: gezellig, grapjes maken die leuk zijn voor jezelf en anderen, gevoel voor humor, optimistisch.
Wit met geel: lief, aardig, anderen helpen en troosten, bescheiden, rustig, empathisch.
Wanneer de witte pet wegvalt is het gedrag niet meer leuk voor jezelf en/of de omgeving.
Zwart: vervelend stoer, dominant, gemeen, bazig, pesten, agressie, denkt goed over zichzelf, maar niet goed over een ander.
Rood: vervelende grappen maken, kwetsend, raar gedrag, uitsloven, meedoen en meelopen, denkt niet goed over zichzelf, maar ook niet goed over een ander.
Geel: te lief, denkt alleen aan anderen, klagen en zeuren, denkt slecht over zichzelf en goed over een ander.